Schrijvers mogen slecht zijn, en personages ook. Zo heb ik dat geleerd: literatuur is autonoom.
Over monsters in de kunst is onlangs een boek verschenen van Claire Dederer: Monsters – a fan’s dilemma, voortvloeiend uit een mooi essay in The Paris Review: What do we do with the art of monstrous men?
Dederer beschrijft allerlei dilemma’s: hoe grote kunst van monsters ondanks je weerzin grote kunst blijft; dat je kunstmonsters eigenlijk niet financieel wilt belonen voor hun wangedrag; dat vooral vrouwen hun plek in de kunst pas veroveren als ze zichzelf monsterlijker (lees: egocentrischer) gaan opstellen; dat het publiek vaak niet vanuit ethische overwegingen maar vanuit de morele onderbuik reageert; en hoe individueel en subjectief dit alles is.
Het maakt mij niet uit dat Pablo Picasso een schurk was. De Guernica blijft overeind, de rest ook, en de invloed van Picasso’s werk valt met geen mogelijkheid uit de kunstgeschiedenis los te peuteren.
Misschien, denk ik ineens, neem ik die mannen (het zijn vaak mannen) minder kwalijk doordat ik zelf zo’n lieve, feministische vader heb, die als enige man op het schoolplein stond, die altijd voor mij kookte en van wie ik nooit iets huishoudelijks hoefde te doen. Laat dat kind maar lezen, zei mijn vader.
In Love’s Knowledge stelt de filosoof Martha Nussbaum dat literaire fictie je in staat stelt om morele inzichten te verwerven. Wat ik al dacht: van lezen word je een beter mens. Dat betekent niet dat de roman een instructieboekje moet zijn. Integendeel, moralisme in de literatuur is onuitstaanbaar. Die betere mens moet, denk ik, een bijeffect zijn.
Een voorbeeld van hoe het niet moet is de bespreking van Jan Wolkers’ klassieke roman Turks Fruit in The Guardian, waarin geklaagd wordt dat de hoofdpersoon zich aan zijn grote liefde Olga heeft vergrepen; het personage krijgt van de recensent geen literaire duiding maar een opgeheven vingertje.
Eerlijk gezegd: ik houd van monsterlijke personages. Vertellers als Jeroen Brouwers’ schuimbekkende, impertinente Client E. Busken, de fancy prose style van Humbert Humbert in Vladimir Nabokovs Lolita. Net als Connie Palmen houd ik van schurken in de literatuur. De zondige mens is mij de liefste, hoorde ik haar zeggen tijdens een optreden bij ILFU. Ook maakte ze me nieuwsgierig naar een personage van Philip Roth:
Mickey Sabbath, het meest vuilbekkende, gore, verschrikkelijke personage dat [Roth] ooit heeft gecreëerd; hij liegt en bedriegt, het is een eikel eersteklas, het is een klootzak, een rotzak, het is een verschrikkelijk iemand en hij maakt met iedereen ruzie.
Claire Dederer zegt over zulke slechtheid:
I suppose this is the human condition, this sneaking suspicion of our own badness. It lies at the heart of our fascination with people who do awful things. Something in us—in me—chimes to that awfulness, recognizes it in myself, is horrified by that recognition, and then thrills to the drama of loudly denouncing the monster in question.
Ik wil helemaal niemand in de ban doen. Ook de monsters niet. Liever het aantal stemmen uitbreiden dan bestaande stemmen smoren. Zoals het schrijverscollectief Fixdit dat doet met het toevoegen van ondergesneeuwde schrijfsters (bijvoorbeeld Virginie Loveling, Carry van Bruggen en Mary Dorna) aan de Nederlandse canon. Zoals Kamel Daoud in Moussa of de dood van een Arabier (vert. Manik Sarkar), naam en verhaal geeft aan het anonieme slachtoffer van Meursault uit L’Étranger van Albert Camus.
Een paar weken geleden zou de Palestijnse schrijfster Adania Shibli op de Frankfurter Buchmesse een prijs uitgereikt krijgen voor haar roman Een klein detail. De synopsis van uitgever Koppernik:
In de zomer van 1949, een jaar na de oorlog die onder de Palestijnen bekendstaat als De Catastrofe en die door de Israëliërs als de Onafhankelijkheidsoorlog wordt gevierd, moorden Israëlische soldaten een kampement van bedoeïenen in de Negev-woestijn uit. De enige overlevende, een jonge Palestijnse vrouw, nemen ze mee naar hun kamp, waar ze haar verkrachten, vermoorden en begraven in het zand. Jaren later, bijna in het heden, onderzoekt een jonge vrouw in Ramallah de verkrachting en moord. Een obsessieve zoektocht volgt tot ook voor haar de grenzen van het bevattingsvermogen zijn bereikt.
Kort na de terreuraanval van Hamas op 7 oktober 2023 besloot de organisatie van de LiBeraturpreis, Litprom, om de prijsuitreiking aan Shibli uit te stellen. Een verkeerde beslissing. De organisatie had moeten vasthouden aan de autonomie van de literatuur. En aan meerstemmigheid.
Zonder de geruchtmakende afzegging had ik minder snel van Adania Shibli en Een klein detail gehoord, maar nu ga ik de roman lezen. Misschien word ik er een beter mens van.
[Iedere eerste van de maand verstuur ik een twijfelbrief. Dit was de derde.]
Thanks for reading Twijfelbrieven! Subscribe for free to receive new posts and support my work.